Koppelmij Implementation Guide
0.1.0 - ci-build
Koppelmij Implementation Guide - Local Development build (v0.1.0) built by the FHIR (HL7® FHIR® Standard) Build Tools. See the Directory of published versions
Het uitgangspunt van de KoppelMij startnotitie is dat er vanuit het perspectief van de moduleleverancier onderzocht wordt of met dezelfde standaarden en afspraken het mogelijk is modules aan te bieden vanuit een PGO binnen MedMij. Daarnaast staat er in de notitie dat het ook mogelijk moet zijn dezelfde modules via andere kanalen aan te bieden. Tevens blijkt het juridisch onderzoek / aanbevelingen dat het wenselijk is meerdere kanalen de module te kunnen ontsluiten. Vervoegelijk is ervan uitgegaan dat deze tweede ingang vanuit de achterliggende systemen van de zorgaanbieder komt.
Optie 1: Taken worden aangemaakt in de DVA omgeving, inclusief de achterliggende systemen. Dit is de 0 lijn voor de PoCs, hier gaan we ervanuit dat de PGO een systeem ontsluit dat in staat is taken aan te maken.
Bij deze optie is de DVA volledig verantwoordelijk voor het beheer van taken. De architectuur is relatief eenvoudig met een directe koppeling tussen DVA, PGO en module. Dit is de basisimplementatie zoals voorzien in de KoppelMij standaard.
Optie 2: Taken worden aangemaakt in de DVA omgeving en maakt hier gebruik van een EPD om dit te realiseren. Dit is een integratie die vooralsnog niet binnen een standaard valt.
Deze optie vereist een niet-gestandaardiseerde integratie tussen de DVA en het EPD. De DVA fungeert als een tussenlaag die taken synchroniseert tussen het EPD en de PGO/module omgeving. Dit kan leiden tot complexiteit in de synchronisatie en mogelijk inconsistenties bij concurrent updates.
Optie 3: Zowel een Koppeltaal domein als een MedMij zorgaanbieding coëxisteren. In dit geval worden taken (primair) aangemaakt in het EPD en opgeslagen in de FHIR resource service van het koppeltaaldomein. In dat geval wordt de koppeling tussen de Koppeltaal FHIR service met de DVA gemaakt, en zou dit onderhevig kunnen zijn aan enige vorm van standaardisatie. De DVA zou dan de taken kunnen ophalen en updaten in de context van de PGO sessie van de gebruiker. De module kent in dit scenario twee SMART on FHIR "ingangen", de via de PGO in de context van de gebruiker en via het patiëntportaal in de context van het koppeltaaldomein.
Deze optie introduceert significante complexiteit door het samenbrengen van twee verschillende ecosystemen:
Optie 4: DVA biedt zowel een decentrale koppeltaalvoorziening als een KoppelMij voorziening aan. Dit maakt het mogelijk om vanuit de DVA zowel modules, EPDs en Patiëntenportalen via de koppeltaalstandaard te koppelen, als PGO's en modules via de KoppelMij standaard.
Aspect | Optie 1 | Optie 2 | Optie 3 | Optie 4 |
---|---|---|---|---|
Complexiteit | Laag | Middel | Hoog | Hoog |
Standaardisatie | Volledig | Geen | Deels | Deels |
Flexibiliteit | Beperkt | Middel | Hoog | Zeer hoog |
Integratie EPD | Geen | Custom | Via Koppeltaal | Via Koppeltaal |
Onderhoudskosten | Laag | Middel | Hoog | Zeer hoog |
Gebruikerservaring | Eenvoudig | Eenvoudig | Complex | Middel |
Bij het kiezen tussen deze opties zijn de volgende overwegingen belangrijk:
Huidige infrastructuur: Welke systemen zijn al aanwezig en hoe kunnen deze het beste geïntegreerd worden?
Toekomstige schaalbaarheid: Is er behoefte aan ondersteuning voor beide ecosystemen (Koppeltaal en KoppelMij)?
Complexiteit vs. functionaliteit: De meer complexe opties bieden meer functionaliteit maar tegen hogere implementatie- en onderhoudskosten.
Standaardisatie: Opties die afwijken van gevestigde standaarden kunnen leiden tot interoperabiliteitsproblemen en hogere onderhoudskosten.
Gebruikerservaring: Complexere architecturen kunnen leiden tot verwarring bij eindgebruikers, vooral wanneer er meerdere toegangspunten zijn.
De keuze hangt sterk af van de specifieke context en requirements van de implementatie. Voor een eerste implementatie is Optie 1 waarschijnlijk het meest haalbaar, terwijl Optie 4 de meeste flexibiliteit biedt voor organisaties die beide ecosystemen willen ondersteunen.